vrijdag 5 juni 2009

Mohamed Ridouani (SLP) wint het allochtonendebat

Mohamed Ridouani, ondervoorzitter van de Sociaal-Liberale Partij (SLP), stak er op 13 mei met kop en schouder boven uit op het zogenaamde allochtonendebat in de Centrale. Elke Decruynaere (Groen!) was zeer verdienstelijk tweede. De andere politici in deze "Clash der beschavingen" konden niet echt overtuigen.

Op de valreep publiceert de organiserende Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen (FZO-VL) deze week een uitvoerig verslag. Lees het hieronder....en overtuig jezelf.

Diversiteit

Nu zowat alle partijen de mond vol hebben van diversiteit, vroegen we aan de vertegenwoordigers waarom we net op hun partij zouden stemmen.

(Fatma Pehlivan kon slechts met enige vertraging aan het debat deelnemen - daarom ontbreekt hier de sp.a)

Mohamed Ridouani (SLP): Wij maken van diversiteit en interculturaliteit een speerpunt, en dat niet alleen op het vlak van cultuur. Het samenleven van mensen kan maar dankzij hun eigen inzet, maar vereist ook dat emancipatieprocessen ondersteund worden. Dit betekent dat SLP sterk wil investeren in gelijke kansen: gelijke kansen in het onderwijs en gelijke tewerkstellingskansen.

Arafat Bouachiba (Open VLD): Wij zien allochtonen net niet als een aparte doelgroep, wij gaan ervan uit dat iedereen Belg is en gelijk behandeld wordt. Wij vinden dat het woord “allochtoon” moet verdwijnen, omdat daarmee leden van etnisch-culturele minderheden bijna vanzelf in de groep van de kansarmen worden gestoken. Tezelfdertijd zien we dat bepaalde groepen meer dan andere in de kou blijven staan. Maar wij geloven niet dat dat opgelost wordt door mensen als onderdeel van een groep aan te spreken. Diversiteit, dat is trouwens meer dan alleen Turken en Marrokanen.

Elke Decruynaere (Groen!): We zitten midden in een ecologische en economische crisis. Dit is een kantelmoment; we moeten deze gelegenheid grijpen om de economie in een ecologische economie te veranderen. Groen! heeft bij deze verandering meer aandacht dan eender welke andere partij voor de kwaliteit van het leven. Dat betekent dat wij kijken naar de combinatie van werk en gezin, dat wij willen investeren in de zorgsector. Kwaliteit van het leven betekent voor ons ook dat iedereen meetelt: niet enkel de “hardwerkende Vlaming” maar ook kansarmen, sans-papiers, mensen met een handicap ... Wij pleiten voor volwaardig burgerschap voor al deze mensen als voorwaarde voor gelijke kansen.

Veli Yüksel (CD&V): Wij zijn “sterk in moeilijke tijden”, zegt onze slogan. Om de crisis aan te pakken willen wij bedrijven ondersteunen, zuurstof in de economie pompen. Bij ons staan gezinnen centraal, wij geloven niet in de opdeling tussen autochtoon en allochtoon. Om de crisis aan te pakken willen wij een tastbaar groen beleid. Kortom, wij staan voor een gezond en evenwichtig beleid.

Françis Van den Eynde (Vlaams Belang): Ons programma is hetzelfde voor allochtonen en autochtonen, ik ga hier niemand naar de mond praten. Wij zijn voor de Vlaamse onafhankelijkheid, omdat dat de enige manier is om onze welvaart veilig te stellen én onze cultuur te vrijwaren. Wij zijn Euro-kritisch, in de eerste plaats omdat Europa niet democratisch werkt. Op vlak van immigratie zeggen wij dat iedereen welkom is, op voorwaarde dat men zich aanpast. Maar in feite moet men stoppen met het toestaan van immigratie, er wonen hier al teveel mensen.

Arafat Bouachiba (Open VLD), Fatma Pehlivan (SP.A) en Mohamed Ridouani (SLP)

Tewerkstelling


Zijn nieuwkomers de eerste slachtoffers van de crisis? Zijn er oplossingen voor de hoge werkloosheid onder allochtonen?

Mohamed Ridouani: Zowel nieuwkomers als mensen van de tweede en derde generatie zijn als eerste slachtoffer geworden van de crisis. Maar de oplossing moet niet gezocht worden in positieve discriminatie. Eerst en vooral moet discriminatie bij de aanwerving worden aangepakt, maar discriminatie is natuurlijk een veel ruimer probleem dat in zijn geheel moet worden bestreden – kijk maar naar het blijvende probleem met diploma's.

Arafat Bouachiba: Zijn allochtonen de eerste slachtoffers? Discriminatie op de arbeidsmarkt was er al voor de crisis, maar wordt er nu door versterkt. Om die discriminatie aan te pakken moet je natuurlijk wel kunnen bewijzen dat de werkgever echt discrimineert.
Wij geloven niet in positieve discriminatie, maar pleiten voor een betere ondersteuning van de meldpunten die naar het voorbeeld van het Gentse “Meldpunt discriminatie” zijn opgericht. Er moet gestreefd worden naar een betere samenwerking met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding.

Elke Decruynaere: Er bestaan al wettelijke middelen, zoals de anti-discriminatiewet en het Vlaamse gelijkekansendecreet, maar die leveren niet genoeg op. Daarom vinden wij het zeer belangrijk dat er de praktijktests ingevoerd worden, en dat die rechtsgeldig zijn. Want het is duidelijk dat allochtonen de eerste slachtoffers van de crisis zijn. Dat ligt eraan dat allochtonen overwegend in slechte statuten tewerkgesteld zijn, maar ook aan het zogenaamde last-in – first-out-mechanisme: allochtonen werden pas aangeworven als er bijna geen Belgische werklozen meer waren. De belangrijkste oplossingen voor deze hoge werkloosheid blijft volgens ons opleiding en het informeren van werkzoekenden.

Veli Yüksel: Allochtonen werken in de klassieke sectoren zoals textiel, metaal, auto-industrie, ... die het hardst getroffen zijn door de crisis. Daar komen de kwetsbare statuten en het interimwerk plus de lage scholingsgraad bovenop. In minder kwetsbare sectoren, zijn allochtonen ondervertegenwoordigd: bij de Vlaamse overheid werken er 700, dat is niet meer dan 2% van het totaal aantal Vlaamse ambtenaren. De stad Gent doet het als werkgever met amper 3,3% allochtone personeelsleden amper beter.

Françis Van den Eynde: Ik ben blij dat ik eens mag uitleggen waarom ik vind dat het woord discriminatie veel te vlug gebruikt wordt. Wij geloven dat als er genoeg werk zou zijn, iedereen zou werken. Maar wij vinden het niet meer dan normaal dat een werkgever de voorkeur geeft aan het eigen volk en dat dit ertoe leidt dat Vlamingen eerder werk krijgen dan allochtonen.

Fatma Pehlivan (sp.a) (stormt de zaal binnen): Meneer Van den Eynde, dat is puur racisme! Puur racisme, zo noem ik dat!
We moeten investeren in jobs voor iedereen. Dat veronderstelt inzet om de instroom van allochtonen bij tewerkstelling te versterken, onder andere door te investeren in een diversiteitsbeleid. We zouden daartoe ook graag de taalvereisten bij aanwervingsexamens verlagen, maar dat is helaas een federale materie. In elk geval is er vooruitgang geboekt

Veli Yüksel: We merken dat tewerkstelling een thema is dat de mensen na aan het hart ligt. Daarom pleiten wij dat er rekening gehouden wordt met adviezen van het middenveld bij het tewerkstellingsbeleid, dat er samengewerkt wordt met middenveldorganisaties zoals de jobbeurs van Kif-Kif, dat er convenanten worden afgesloten met organisaties, ...
Als er in Gent vooruitgang geboekt is, is die veel te traag: de stad heeft op dit moment amper 3,3 % allochtonen in dienst.

Mohamed Ridouani: In Leuven zijn wij van 2% naar 8% allochtone werknemers gestegen, maar daarvoor volstaat een diversiteitsplan – dat vaak een lege doos blijft – niet. Je moet investeren in toeleiding naar de jobs, je moet samenwerken met organisaties om mensen op de hoogte te brengen van de vacatures en je moet als stad doordringen in de gemeenschappen om mensen als het ware “in de vacatures binnen te trekken”.

Arafat Bouachiba: Wel, schepen Matthias Declercq heeft dat met “Gent, Stad in Werking” al mooi nagestreefd. In dat project worden allochtonen en ondernemers aangesproken, onder andere via de werking met allochtone rolmodellen, de zogenaamde ambassadeurs.

Elke Decruynaere: Dan is hij zelf wel een bijzonder slechte ambassadeur: zijn hoofddoekenverbod heeft mensen vooral afgeschrikt om bij de stad te komen werken. Wij zijn voorstanders van een systeem ...

Een aandachtig en geëngageerd publiek in De Centrale

Quota

Van het thema tewerkstelling vloeiden we naadloos over in het thema "Quota". Wat vinden de verschillende partijen ervan om vast te leggen of en hoeveel allochtonen de overheid en bedrijven moeten aanwerven?

Elke Decruynaere: Groen! pleit voor een systeem waarin bij overheidsopdrachten criteria op het vlak van diversiteit worden opgelegd. Als de Vlaamse overheid, of de stedelijke overheden een bepaald werk willen laten uitvoeren, wordt er nu bijvoorbeeld nagekeken of een aannemer rekening houdt met het milieu. Op dezelfde manier kan bij aanbestedingen geeist worden dat een werkgever een diversiteitsbeleid voert en daarbij bepaalde quota haalt. Op dit moment wordt zo'n systeem toegepast in landen als Oostenrijk en Finland, in Vlaanderen moet dat dringend ingevoerd worden. In het beleid van de stad Gent staan nergens concrete streefcijfers, bijvoorbeeld.

Fatma Pehlivan: Er zijn wèl streefcijfers! We hebben altijd gezegd te streven naar een ambtenarij die de bevolking afspiegelt en in Gent zijn er ongeveer 10% allochtonen. Het quotum voor tewerkstelling is dus 10%.

Veli Yüksel, Elke Decruynaere (samen): Ah bon. Dat staat nergens opgeschreven, mevrouw Pehlivan. Dit is de allereerste keer dat we dat cijfer horen, maar 't is genoteerd. 10 procent, we houden u eraan.

Francis Van den Eynde: Het Vlaams Belang heeft een enorm probleem met het dogma van “de weerspiegeling van de maatschappij”. Wij vinden dat men moet uitgaan van de bekwaamheden van mensen, en niet van quota bij aanwervingsprocedures. Quota vervalsen de procedures.

Elke Decruynaere: Quota gaan vanzelfsprekend samen met bekwaamheid. De quota worden sowieso slechts toegepast op mensen die al geslaagd zijn voor toegangsexamens. Het gaat dus duidelijk niet om voortrekkerij, maar om een manier om mensen evenredig te vertegenwoordigen.

Mohamed Ridouani: SLP is tegen quota, omdat die onvermijdelijk een stempel drukken op de werkzoekende, wat zorgt voor frustratie en stress. In plaats van toevlucht te zoeken tot dat soort kunstmatige ingrepen, willen wij investeren in de competenties en kwaliteiten van de allochtone werkzoekenden. Maar ook moet de gelijkschakeling van buitenlandse diploma's nu eindelijk eens versoepeld worden, en moeten barrières zoals de nationaliteitsvereiste voor ambtenaren afgeschaft worden.

Veli Yüksel: Ook CD&V gelooft in de kwaliteiten van de werkzoekenden als belangrijkste factor. Maar bij gelijke kwalificatie kan één van de kandidaten wel beloond worden.

Fatma Pehlivan: Ook de sp.a wil mensen in de eerste plaats op basis van competenties aanwerven.

Onderwijs

We vroegen de kandidaten om hun visie op onderwijs, en dan vooral naar de oplossingen die ze hebben voor de vaak betreurde segregatie in het onderwijs en de taal- en economische achterstand van allochtone leerlingen.

Veli Yüksel: Wij gunnen iedereen het recht op onderwijs. Wij zijn tegen zogenaamde “zwarte” en “blanke” scholen, omdat die mensen voorbereiden op een gesegregeerde samenleving. Wij willen een inschrijvingsbeleid dat ertoe leidt dat het aantal concentratiescholen daalt en de kwaliteit van het onderwijs stijgt. We moeten ervoor zorgen dat blanke leerlingen de “zwarte” scholen aantrekkelijk vinden en tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat er een einde komt aan de problematiek van ouders die voor de schooldeuren kamperen om hun kind ingeschreven te krijgen. Daarom moet er een spreidingsbeleid komen bij de inschrijvingen.

Mohamed Ridouani: Het belangrijkste is vooral dat we sterke en zwakke leerlingen kunnen mixen. Dat begint al bij het kleuteronderwijs: allochtone kleuters worden later ingeschreven en volgen de klasjes onregelmatiger. Daarom zijn wij voor de invoering van de schoolplicht op 3 jaar, ook om de taalachterstand van allochtone scholieren te bestrijden.

Ten tweede is er een probleem van allochtone leerlingen die terechtkomen in een stroom van minder kwalitatief onderwijs – slechte lagere school, georiënteerd naar beroepsonderwijs, enzovoorts. Daarom moet het CLB hervormd worden, en moeten kwetsbare leerlingen en hun gezin ondersteund worden. In Leuven hebben we nu een buddy-project, waarbij hogeschoolstudenten ingezet worden voor huistaakbegeleiding, voor studie-coaching en de extra aandacht die allochtone leerlingen vaak nodig hebben.

Tenslotte is het probleem van de concentratiescholen natuurlijk ook een probleem van concentratiewijken. Om dat op te lossen moeten sociale woningen geïntegreerd worden in gewone wijken, en moeten er herwaarderingsprojecten komen voor wijken die nu achtergesteld zijn. Dan komt er bijna automatisch een leerlingenmix in de buurtscholen.

Fatma Pehlivan: De sp.a is vanzelfsprekend gekant tegen concentratiescholen. Ook wij maken de analyse dat het probleem van de concentratiescholen samenhangt met het probleem van “concentratiebuurten”, zoals de Gentse negentiende-eeuwse gordel. Dus ook daaraan moet iets worden gedaan.
Ten tweede vinden wij dat er geïnvesteerd moet worden in de zoektocht naar – en ik spreek uit eigen ervaring – beter aangepaste pedagogische projecten.
Ten derde moeten er meer middelen vrijgemaakt worden om te investeren in onderwijs, en dan vooral in leerlingen die meer kansen moeten krijgen.

Arafat Bouachiba: Ook wij zijn natuurlijk begaan met het probleem van de concentratiescholen, en vinden dat daaraan iets moet veranderen. Een van de oplossingen is ook volgens ons de invoering van de leerplicht op 3 jaar. Ten tweede moeten we met alle mogelijke middelen streven naar een sociale mix in de scholen.

Elke Decruynaere: wij zijn voorstander van een systeem dat lijkt op het systeem dat nu in Gent wordt toegepast, waarbij leerlingen op basis van factoren zoals taal, broers & zussen, nationaliteit, eerder ingeschreven worden in bepaalde scholen dan andere leerlingen. Dit systeem moet algemeen gemaakt worden om tot een effectief spreidingsbeleid te komen. Daarnaast moeten een aantal drempels worden weggewerkt, zoals het feit dat de inschrijving in dit systeem nu via internet verloopt.
In het algemeen is Groen! voor de uitbreiding van het leerzorgkader. Daarmee bedoelen we dat leerlingen op school een groter vrijetijdsaanbod krijgen, dat ze langer op school kunnen blijven, waardoor de mix niet alleen op de scholen maar ook tijdens de vrijetijdsbesteding plaatsvindt.

Françis Van den Eynde: Ik vind het maar normaal dat iedereen zo goed mogelijk onderwijs zoekt voor zijn kinderen, en ik vraag me af of de overheid daar wel zoveel in moet ingrijpen. Ik heb dus grote vragen bij het invoeren van die criteria bij de inschrijving. We kunnen er wel naar streven om een mix door te voeren, maar we moeten er toch op letten dat we daarin niet zover gaan dat we het niveau van bepaalde scholen aanpassen. Met andere woorden, we moeten in de eerste plaats de kwaliteit van het onderwijs hoog houden.

Fatma Pehlivan (SP.A) en Mohamed Ridouani (SLP)

Hoofddoekendebat

Het hoofddoekendebat: in Antwerpen werd het hoofddoekenverbod ingevoerd door de sp.a van Patrick Janssens, in Gent was sp.a tegen een dergelijk verbod. CD&V, nochtans een christelijke partij, stemde voor het verbod op religieuze symbolen. Wat zijn nu net de standpunten van de verschillende partijen?

Arafat Bouachiba: We moeten toch een zekere duidelijkheid scheppen. Wat wordt voorgesteld als een hoofddoekenverbod is een algemeen verbod op het vertoon van religieuze en levensbeschouwelijke tekenen. Als liberalen zijn wij tegen het vertoon van geloofssymbolen in publieke functies, omdat de neutraliteit van de openbare diensten gegarandeerd moet zijn. Het is dus niet meer dan logisch dat wij het dragen van de hoofddoek niet konden toestaan bij de stedelijke openbare diensten.

Mohamed Ridouani: SLP is tegen een verbod, van ons mag iedereen aan de balie zitten met een hoofddoek als ze de juiste capaciteiten hebben. Van belang is dat de dienstverlening kwaliteitsvol is.

Fatma Pehlivan: In Antwerpen stelde het probleem zich anders, maar met de Gentse fractie hebben wij ons inderdaad heftig verzet tegen de invoering van het hoofddoekenverbod. Wij vinden dat de lokale overheden in dit soort aangelegenheden in alle vrijheid door moeten kunnen beslissen, in Gent heeft de volledige sp.a-fractie tegengestemd.

Veli Yüksel: Wij, als christendemocraten, vinden dat ieders geloofsovertuiging en de uitdrukking van dat geloof gerespecteerd moeten worden. De individuale ambtenaar is echter volledig vrij om al dan niet een hoofddoek te dragen, zolang hij of zij maar op een neutrale manier de mensen bedient.

Mohamed Ridouani: dat is niet het standpunt van uw partij.

Veli Yüksel: Toch wel, de partij stelt dat de neutraliteit van de openbare diensten gegarandeerd moet zijn.

Françis Van den Eynde: Het Vlaams Belang heeft het voorstel hier in de gemeenteraad gelanceerd, en VLD en CD&V zijn gevolgd – welnu, ons voorstel is wel wat afgezwakt. Ik geloof absoluut in de scheiding van kerk en staat en ben dus voorstander van dit verbod.

Elke Decruynaere: Groen! is voorstander van de scheiding van kerk en staat, maar wij maken daarbij het onderscheid tussen de overheid en het individu. Wij pleiten voor actief pluralisme, waarbij eenieder vrij is religieuze symbolen te dragen, maar waarbij de neutraliteit van de dienstverlening en de neutraliteit van de overheid gegarandeerd is. Overheidsgebouwen mogen geen religieuze symbolen dragen, maar de individuele ambtenaar kan gerust een religieuze overtuiging hebben zonder daarin gediscrimineerd te worden.

Clash der beschavingen-debat
http://www.ridouani.be/

Geen opmerkingen: